Stel dat de bakker bij u om de hoek hetzelfde verdient als een zakenbankier; paar ton per jaar. Dan zouden bij u in de buurt andere mensen een bakkerij beginnen, toch? Ze zien de dikke auto van de bakker en denken: ga ik ook doen. Grote winsten trekken nieuwe spelers aan, wier concurrentie de prijzen (en dus salarissen) naar beneden drijft. Dat is marktwerking.
Stel nu dat de bakker bij u om de hoek brood verkocht van dezelfde kwaliteit als de woekerpolissen of subprime hypotheekproducten die zakenbanken de afgelopen decennia met zoveel succes wisten te slijten. Dan zou u die bakker voortaan mijden, toch? En met u de rest van de buurt. De bakker zou failliet gaan want wie slecht presteert, verdwijnt. Ook dat is marktwerking.
Dus waarom zijn de zakenbanken die een cruciale rol speelden bij de crisis niet verdwenen? Waar zijn de nieuwe zakenbanken? En waarom verdienen de mensen in die zakenbanken nog steeds zoveel geld? Als het was gegaan om giftig brood in plaats van giftige leningen zouden slachtoffers de bakker hebben aangeklaagd, en bedolven onder schadevergoedingen. De bakkerij was dichtgegooid, toezichthouders voor broodkwaliteit waren vervangen en nieuwe bakkerijen zouden met een schone lei beginnen.
Na twintig maanden boren in de financiële sector lijkt me dit de centrale weeffout in het bestel: er is geen marktwerking en dus geen zelfcorrectie aan de top van de vrije markt. Wereldwijd heb je een dozijn mondiale banken, vier grote accountantskantoren, drie grote kredietbeoordelaars, een handjevol financiële advocatenkantoren en twee gigantische informatie- en data-verstrekkers. Sinds de financiële crisis is daar geen enkel nieuwe mondiale zakenbank, accountantskantoor, kredietbeoordelaar etc. bijgekomen. Integendeel, het aantal mondiale zakenbanken is juist afgenomen door gedwongen fusies en door overnames van kleinere banken die niet kunnen voldoen aan de nieuwe regulering die was bedoeld om de grote jongens veiliger te maken.
Terug naar ons bakkertje. Een zakenbankier anno nu is als een bakker die zeker weet dat hij de enige in de buurt zal blijven. Hij weet ook dat de kwaliteit van zijn waar wordt beoordeeld door een instantie die financieel van hem afhankelijk is, terwijl toezichthouders weinig begrijpen van brood en bovendien van politici te horen krijgen dat ze het rustig aan moeten doen; de mensen kunnen immers niet zonder brood.
Waarom zou die bakker zichzelf geen tonnen salaris geven? Waarom zou hij geen zaagsel door het brood mengen?
Nu kun je zeggen: opbreken die handel. Maar dan stuit je op de tweede centrale weeffout in ons bestel: het financiële kartel opereert op wereldschaal, terwijl de tegenkracht moet worden georganiseerd op nationaal niveau. Ja, een land kan besluiten zijn zakenbank op te knippen. Maar dan worden de lucratieve delen opgeslokt door andere zakenbanken van elders, die daarmee nog groter worden.
Dat lijkt mij de grote vraag rond de EU: met 27 landen kun je een vuist maken tegen het mondiale financiële kartel. Maar hoe voorkom je dat de EU wordt ingekapseld en gecoöpteerd zoals is gebeurd met de Britse en Amerikaanse politiek?
Waarmee we komen op de vraag waarop de gelovers in globalisering geen antwoord lijken te hebben: kun je überhaupt een mondiale financiële sector hebben zonder mondiaal toezicht? En mocht dit komen, wie controleert dan weer die controleurs?
De wetenschapsfilosoof zou zeggen: een paradigma wankelt.
geschreven door Joris Luyendijk.
bron: http://www.nrc.nl/joris/2013/02/21/bankiers-en-bakkers/