Becel pro-activ: toegestane misleiding

Unilever hoeft niet de waarheid te vertellen over de mogelijke bijwerkingen van Becel pro-activ. Dat is de uitkomst van de rechtszaak die foodwatch eerder dit jaar tegen Unilever aanspande.Becel_Pro-activ_200x150_nl

foodwatch had Unilever voor het gerecht gedaagd omdat zij in hun uitspraken ontkennen dat er mogelijk negatieve bijwerkingen zijn gekoppeld aan het gebruik van plantensterolen in de Becel pro-activ lijn. De rechter oordeelde dat de uitingen van Unilever gebaseerd zijn op de ‘mening’ van een hoogleraar en daarmee gegrond zijn. Over het feit of plantensterolen al dan niet schadelijke bijeffecten hebben, heeft de rechter geen uitspraak gedaan. ‘Unilever mag dus gewoon doorgaan met het misleiden van consumenten,’ aldus Bart van Opzeeland van foodwatch.

Of Unilever de waarheid spreekt over haar producten is dus niet van belang, zolang er maar een wetenschapper is die de uitspraak onderschrijft.
Dit is des te vreemder omdat er daadwerkelijk kanttekeningen worden geplaatst bij de veiligheid van plantensterolen. Onder andere het Duitse Federale Instituut voor Risk Assessment (BfR), de Europese verenigingen voor hart-en vaatziekten EAS (European Atherosclerosis Society) en ESC (European Society of Cardiology) onderschrijven deze zorgen.

De uitspraak creëert nieuwe mogelijkheden voor levensmiddelenfabrikanten om consumenten te misleiden. Zij kunnen willekeurig wetenschappers voor hun karretje spannen om deze al dan niet terecht claims over hun product te laten verkondigen. Met als gevolg dat het voor consumenten nog moeilijker wordt om het kaf van het koren te kunnen scheiden. ‘Deze uitspraak geeft de levensmiddelenindustrie een vrijbrief om consumenten verder te misleiden, deze keer met industriegezinde wetenschappers. Dit is ronduit schandalig,’ zo zegt Van Opzeeland.

Het wordt opnieuw duidelijk dat er maar één oplossing is om een einde te maken aan deze situatie, namelijk via een totaal verbod op het gebruik van gezondheidsclaims op voedingsmiddelen. Alleen zo zullen consumenten gevrijwaard blijven van elke vorm van misleiding rondom dergelijke claims. ‘Wanneer levensmiddelenfabrikanten graag producten met gezondheidsclaims willen verkopen, moeten ze deze producten laten testen als medicijn en ze daarna uitsluitend via de apotheek verstrekken,’ aldus foodwatch.

bron: foodwatch.nl/laatste_nieuws/nieuwsberichten/becel_pro_activ_toegestane_misleiding/index_nl.html

Planta-affaire

De Planta-affaire was een affaire rond ziektegevallen die rond 1960 werden veroorzaakt door margarine van het merk Planta.

Planta was een populair product van het Unilever-concern. Aan de margarine werd zeven jaar nadat het op de markt was gebracht, de “anti-spat emulgator ME-18″ toegevoegd. De stof had in dierproeven van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid niet tot ziekteverschijnselen geleid. Ruim 100.000 mensen in Nederland kregen last van blaasjesziekte, een vorm van huiduitslag die leek op netelroos met koorts als gevolg.

Vier mensen overleden; honderden werden opgenomen in ziekenhuizen. Twee weken na de ontdekking werd via de radio een verkoopverbod afgekondigd voor alle 55 margarinemerken van Unilever, omdat door gebruik van dezelfde ketels ook daarin ME-18 was terechtgekomen.

De Planta-affaire werd in 1962 onderzocht door een parlementaire commissie onder leiding van dr. W. Drees. Unilever keerde aan ruim 8000 personen in totaal 1,25 miljoen gulden smartengeld uit, waarbij het bedrijf benadrukte dat dit geen schuldbekentenis inhield. Uiteindelijk stelde de Hoge Raad Unilever buiten vervolging. [1]

Het margarinemerk Planta werd na de affaire vervangen door Brio, dat bij de opschoning van merken door Unilever in 2001 verder ging als Bertolli. In België werd de naam Planta verder gebruikt.

bron: nl.wikipedia.org/wiki/Planta-affaire

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: